23
GEBRUIK :
Het EZ-Line Horizontale Reddingslijnsysteem (HLL) is bedoeld als een tijdelijke horizontale reddingslijn die
teruggetrokken wordt in een behuizing voor makkelijke opslag en draagbaarheid. Het HLL is ontworpen voor gebruik als een
verankeringsmiddel voor één of twee persoonlijke valopvangsystemen (PFAS) in compliantie met EN 355 (schokdempende
vallijn) of EN 360 (automatisch terugtrekkende reddingslijn—zie de lijst van modellen die wij op de laatste pagina van deze
instructie hebben aanbevolen) of voor belemmeringssubsysteem in compliantie met EN 354. De horizontale reddingslijn is in
compliantie met EN 795 Klasse C. Het systeem moeten worden verwijderd van het werkgebied wanneer het niet langer vereist
is.
WAARSCHUWING:
Werken op hoogte heeft inherente risico’s. Sommige risico’s zijn hier aangegeven, maar zijn niet
beperkt tot de volgende: vallen, hangen/langdurig hangen, slaan tegen voorwerpen, en bewusteloosheid. In geval van een
valopvang en/of opvolgende reddings-(nood)-situatie, kunnen enkele persoonlijke medische condities invloed hebben op uw
veiligheid. Medische condities die geïdenti
fi
ceerd zijn als risico’s voor dit type activiteit bevatten, maar zijn niet beperkt tot
de volgende: hartziekten, hoge bloeddruk, duizeligheid, epilepsie, drugs- of alcoholafhankelijkheid, psychiatrische ziekten,
beperkte functie van de ledematen en evenwichtsproblemen. Wij adviseren dat uw werkgever/arts bepalen of u geschikt bent
om in normale en noodgevallen deze apparatuur te gebruiken.
VOOR GEBRUIK:
• Beide verankeringen moeten op ongeveer hetzelfde niveau worden geïnstalleerd, zodat het horizontale reddingslijnsysteem
niet meer helt dan 15°.
• Structurele verankeringspunten moeten stevig vastzitten en tenminste in staat zijn 22,2 kN (5000 lbs.) te ondersteunen
langs de as van de horizontale reddingslijn. Verankeringen moet ook tenminste 16,0 kN
(3.600 lbs.) kunnern ondersteunenen, toegepast in alle potentiële richtingen van valopvang die loodrecht staan op de as
van de horizontale reddingslijn. Zie afbeelding 1.
WAARSCHUWING:
Verankeringen moet stevig vast zitten. Grote deformaties van de verankeringen zullen invloed hebben
op de systeemprestatie en kunnen de vereiste valspeling onder het systeem verhogen, wat ernstige verwondingen of de dood
tengevolge kan hebben.
WAARSCHUWING:
Beide uiteinden van de reddingslijn moeten stevig bevestigd zijn aan geschikte ankers, indien in
gebruik. Bevestig nooit het einde van de reddingslijn aan een harnasgordel om deze te gebruiken op de wijze van een lier of
takel. Zie afbeelding 2.
• De maximale horizontale reddingslijnoverspanning is 18,3 m (60 ft.). De overspanningslengte moet worden gereduceerd
wanneer de valspeling beperkt is.
• Het horizontale reddingslijnsysteem moeten worden gepositioneerd op een niveau dat een vrije val minimaliseert terwijl een
zo groot mogelijk gebruiksgemak behouden blijft.
• De horizontale reddingslijn moeten worden gepositioneerd bij de werklocatie om de gevaren van een zwaaiende val te
minimaliseren. Een zwaaiende val treedt op, wanneer het verankeringspunt er niet direct boven zit. De kracht van tegen
een voorwerp slaan in een zwaaiende val kan ernstige verwondingen of de dood veroorzaken. Zie afbeelding 3.
• Gebruik alleen PFAS dat een volledige lichaamsharnasgordel bevat.
• De aansluitende subsysteemlengte moet zo kort mogelijk worden gehouden om een potentiële vrije val en de vereiste
spelingsafstand te reduceren.
WAARSCHUWING:
Er moet voldoende speling onder de werker zijn om een val op te vangen voordat de werker iets op
een lager niveau raakt. Zie Afbeeldingen 4 en 5.
• Bij het gebruik van een energie-absorberende vallijn voor de aansluiting met het systeem, moeten de eindverankeringen op
een hoogte worden geplaatst die de vrije val begrenzen tot 1,8 m (6 ft.).
• Bij het gebruik van een automatisch teruglopende reddingslijn (SRL) voor verbinding aan het systeem, moeten de
eindverankeringen boven de gebruiker worden geplaatst. De SRL moet, wanner deze volledig ingetrokken is, boven het
aansluitniveau van de harnasgordel zijn.
• Elk persoonlijk aansluitend subsystem moet de valopvangkrachten beperken tot 6,0 kN (1320 lbs.).
• Als er twee personen verbonden zijn met de HLL, buigt het systeem af, wanneer een persoon valt terwijl deze verbonden
is met de HLL. Als twee personen op dezelfde HLL aangesloten zijn, en één persoon valt, kan de tweede persoon van het
werkoppervlak worden getrokken tengevolge van doorbuiging. De potentiële mogelijkheid voor de tweede persoon om te
vallen wordt groter, als de HLL-overspanningslengte groter wordt. Het gebruik van onafhankelijke HLL-systemen voor elke
persoon of een kortere overspanningslengte wordt aanbevolen om de potentiële mogelijkeheid dat de tweede persoon valt,
te minimaliseren.
• Plan uw gebruik van het valbeschermingssysteem voordat werkers worden blootgesteld aan gevaarlijke situaties.
• Neem alle factoren in overweging die betrekking hebben op uw veiligheid met behulp van dit systeem.
INSTALLATIE EN VERWIJDERING:
Stap 1.
Inspecteer of de volgende onderdelen aanwezig en in goede conditie zijn: behuizing (A), reddingslijn (B), twee
karabijnhaken (C), inslagindicator (D).
Stap 2.
Bepaal de locaties van de eindverankeringen (E) en evalueer hun sterkte in overeenstemming met de belasting,
NL