NEDERLANDS
353
5.1.3
Instelling van de draairichting
Nadat de pomp gestart is, dient u de controleren of draairichting correct is (de draairichting wordt over het
algemeen aangegeven door een pijl op het pompkarkas). Om de pomp te laten starten en de draairichting
te controleren, hoeft u alleen maar een gebruiker te openen.
Vanuit hetzelfde menu RC (MODE SET – "menu installateur") drukt u op MODE en bladert u door de
menu's tot aan RT. In deze condities kunt u met de t en - de draairichting van de motor omkeren.
De functie is ook actief bij ingeschakelde motor.
In het geval dat het niet mogelijk is de draairichting van de motor te observeren, gaat u als volgt te werk:
Methode voor het observeren van de rotatiefrequentie
-
Ga naar de parameter RT zoals hierboven beschreven.
- Open een gebruiker en observeer de frequentie die verschijnt in de statusbalk onder aan de pagina, regel de
gebruiker zodanig dat u een werkfrequentie verkrijgt die lager is dan de nominale frequentie van de pomp FN.
-
Zonder de afgenomen vloeistofhoeveelheid te veranderen, de parameter RT door op + of - te drukken en opnieuw
de frequentie FR observeren.
- De correcte waarde voor parameter RT is die waarvoor, bij gelijke afgenomen vloeistofhoeveelheid, de laagste
frequentie FR vereist wordt.
5.1.4
Instelling van de debietsensor en van de diameter van de leiding
Vanuit het menu Installateur(hetzelfde menu dat gebruikt wordt voor het instellen van RC RT en FN) bladert
u door de parameters met MODE tot u bij FI komt.
Om zonder debietsensor te werken, stelt u FI in op 0, om met debietsensor te werken stelt u FI in op 1. Ga
met MODE naar de volgende parameter FD (diameter van de leiding) en stel de diameter (in inch) in van de
leiding waarop de debietsensor gemonteerd is.
Druk op SET om terug te keren naar de hoofdpagina.
5.1.5
Instelling van de setpoint druk
Vanuit het hoofdmenu houdt u de toetsen MODE en SET tegelijk ingedrukt tot “SP” in het display verschijnt.
In deze condities kunt u met behulp van de toetsen “+” en “-” de waarde van de gewenste druk
respectievelijk verhogen of verlagen.
Het regelbereik (range) is afhankelijk van de gebruikte sensor.
Druk op SET om terug te keren naar de hoofdpagina.
5.1.6
Instelling van andere parameters
Na de eerste start kunnen indien nodig ook de andere vooringestelde parameters worden veranderd, door
naar de verschillende menu's te gaan aan de hand van de aanwijzingen voor de afzonderlijke parameters
(zie hoofdstuk 6). De meest voorkomende parameters die veranderd moeten worden kunnen zijn: druk voor
herstart, versterkingen van de regeling GI en GP, minimumfrequentie FL, tijd ontbreken water TB etc.
Summary of Contents for MCE-22/P
Page 278: ...274 1 276 2 279 3 280 4 282 5 283 6 4 20 284 7 285 8 286 9 287 10 290 11 290 12 292...
Page 279: ...275 IEC 60634...
Page 280: ...276 1 6 MCE 22 P MCE 15 P MCE 11 P 1 1 1...
Page 282: ...278 2 5 2 1 2 1 2 2 1 1 2 1 2 L L L 2 2 4 15...
Page 283: ...279 2 2 2 1 2 2 1 1 3 1 LN 2 2 3 1 3 4 4...
Page 284: ...280 A 3 3 2 2 1 2 4 3 1 UVW 2 2 4 3 50 60 200 1...
Page 286: ...282 4 2 2 3 Press e Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 291: ...287 3 9 64 X 128 4 MODE SET 9 7 MODE 1 SET 8 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 292: ...288 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET MODE 8 2 2 5 5 5 2 2 9...
Page 294: ...290 3 2 2 10 SET 10 15 12 11...
Page 296: ...292 12 12 12 GO SB...
Page 297: ...293 4 4 1 Link 8 4 2 4 2 1 Link 2 Link 5...
Page 300: ...296 4 3 1 2 1 4 3 1 3 SET MODE LA RC FN MS FS FL AC AE O1 1 O2 2 4 4 ET 6 6 9 FL...
Page 326: ...322 BL 10 6 24 24 30 LP 180 200 HP OT TE 100 C 85 C OB BT 120 C 100 C OC 10 6 OF 10 6 30...
Page 327: ...323 8 8 1 PMW 4 2 8 2 8 3 8 3 SET EE EEprom FLASH...
Page 494: ...490 1 492 2 495 3 496 4 498 5 499 6 4 20 mA 500 7 501 8 502 9 503 10 506 11 506 12 508 13 523...
Page 495: ...491 IEC 364 inverter...
Page 496: ...492 1 Inverter inverter inverter 6 inverter MCE 22 P MCE 15 P MCE 11 P 1 1 1...
Page 499: ...495 2 2 2 1 inverter inverter 2 2 1 1 inverter 3 1 LN 2 inverter 2 PVC 3 inverter 1 3 inverter...
Page 502: ...498 4 2 2 3 Press Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 507: ...503 3 9 oled 64 X 128 4 MODE SET 9 inverter 7 MODE 1 SET 8 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 508: ...504 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET Setpoint MODE 9 ONOMA TOY MENOY 2 Setpoint 2 5 5 5 2 2 9...
Page 512: ...508 12 12 12 GO SB FAULT...
Page 543: ...539 8 8 1 PMW 4 2 8 2 inverter 8 3 8 3 inverter SET EEPROM FLASH setpoint...
Page 599: ...595...