NEDERLANDS
351
4.4.1
Toekenning van de startvolgorde
Bij iedere inschakeling van het systeem wordt aan iedere inverter een startvolgorde toegekend. Op basis
hiervan worden de achtereenvolgende starts van de inverter gegenereerd.
De startvolgorde wordt gedurende het gebruik naar behoefte gewijzigd volgens de twee volgende algoritmes:
Bereiken van de maximale werktijd
Bereiken van de maximale tijd van inactiviteit
4.4.1.1 Maximale
werktijd
Op basis van de parameter ET (maximale werktijd), heeft iedere inverter een teller van de run-tijd en op basis
hiervan wordt de startvolgorde volgens het volgende algoritme aangepast:
- als tenminste de helft van de waarde van ET is overschreden, vindt verwisseling van de prioriteit plaats
bij de eerste uitschakeling van de inverter (uitwisseling bij standby).
- als de waarde ET wordt bereikt zonder dat er ooit gestopt is, wordt de inverter onvoorwaardelijk
uitgeschakeld en op de minimumprioriteit voor herstart gezet (uitwisseling gedurende het bedrijf).
Zie ET: Tempo di scambio par 6.6.9.
4.4.1.2
Bereiken van de maximale tijd van inactiviteit
Het multi inverter beschikt over een algoritme dat het achterblijven van vloeistof tegengaat en dat als doel heeft
de pompen in perfecte staat van werking te houden en ervoor te zorgen dat de verpompte vloeistof goed blijft.
Dit algoritme komt er op neer dat de pompvolgorde roteert, zodanig dat alle pompen iedere 23 uur tenminste
één minuut lang vloeistof opbrengen. Dit gebeurt ongeacht de configuratie van de inverter (enable of reserve).
De prioriteitsverwisseling voorziet dat de inverter die al 23 uur stil staat de maximumprioriteit krijgt in de
startvolgorde. Zodra er vloeistof toegevoerd moet worden, zal deze pomp als eerste starten. De als reserve
geconfigureerde inverters hebben voorrang ten opzichte van de anderen. Het algoritme stopt zijn werking
wanneer de inverter tenminste één minuut lang vloeistof heeft geleverd.
Nadat de interventie van de functie is afgelopen wordt de inverter, indien hij als reserve geconfigureerd is,
teruggezet op de minimumprioriteit, om te voorkomen dat hij slijt.
4.4.2
Reserves en aantal inverters die pompen
Het multi inverter systeem leest hoeveel elementen er met elkaar verbonden zijn en noemt dit aantal N.
Op basis van de parameters NA en NC beslist het systeem hoeveel en welke inverters op een bepaald moment
moeten werken.
NA is het aantal inverters dat pompt. NC is het maximumaantal
inverters dat tegelijkertijd kan werken.
Als er in een keten NA actieve inverters zijn en NC gelijktijdig werkende inverters met NC kleiner dan NA
betekent dit dat er maximaal NC inverters tegelijk zullen starten en dat deze inverters zich tussen NA elementen
zullen uitwisselen. Als een inverter als reservevoorkeur geconfigureerd is, zal hij als laatste worden gezet voor
de startvolgorde, dus als ik bijvoorbeeld 3 inverters heb en één van deze inverters als reserve is
geconfigureerd, zal de reserve als derde element starten, als ik echter NA=2 instel, zal de reserve niet starten,
tenzij er een fout optreedt in één van de twee actieve elementen.
Zie ook de uitleg van de parameters
NA: Inverter attivi par 6.6.8.1;
NC: Inverter contemporanei par 6.6.8.2;
IC: Configurazione della riserva 6.6.8.3.
Summary of Contents for MCE-22/P
Page 278: ...274 1 276 2 279 3 280 4 282 5 283 6 4 20 284 7 285 8 286 9 287 10 290 11 290 12 292...
Page 279: ...275 IEC 60634...
Page 280: ...276 1 6 MCE 22 P MCE 15 P MCE 11 P 1 1 1...
Page 282: ...278 2 5 2 1 2 1 2 2 1 1 2 1 2 L L L 2 2 4 15...
Page 283: ...279 2 2 2 1 2 2 1 1 3 1 LN 2 2 3 1 3 4 4...
Page 284: ...280 A 3 3 2 2 1 2 4 3 1 UVW 2 2 4 3 50 60 200 1...
Page 286: ...282 4 2 2 3 Press e Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 291: ...287 3 9 64 X 128 4 MODE SET 9 7 MODE 1 SET 8 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 292: ...288 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET MODE 8 2 2 5 5 5 2 2 9...
Page 294: ...290 3 2 2 10 SET 10 15 12 11...
Page 296: ...292 12 12 12 GO SB...
Page 297: ...293 4 4 1 Link 8 4 2 4 2 1 Link 2 Link 5...
Page 300: ...296 4 3 1 2 1 4 3 1 3 SET MODE LA RC FN MS FS FL AC AE O1 1 O2 2 4 4 ET 6 6 9 FL...
Page 326: ...322 BL 10 6 24 24 30 LP 180 200 HP OT TE 100 C 85 C OB BT 120 C 100 C OC 10 6 OF 10 6 30...
Page 327: ...323 8 8 1 PMW 4 2 8 2 8 3 8 3 SET EE EEprom FLASH...
Page 494: ...490 1 492 2 495 3 496 4 498 5 499 6 4 20 mA 500 7 501 8 502 9 503 10 506 11 506 12 508 13 523...
Page 495: ...491 IEC 364 inverter...
Page 496: ...492 1 Inverter inverter inverter 6 inverter MCE 22 P MCE 15 P MCE 11 P 1 1 1...
Page 499: ...495 2 2 2 1 inverter inverter 2 2 1 1 inverter 3 1 LN 2 inverter 2 PVC 3 inverter 1 3 inverter...
Page 502: ...498 4 2 2 3 Press Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 507: ...503 3 9 oled 64 X 128 4 MODE SET 9 inverter 7 MODE 1 SET 8 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 508: ...504 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET Setpoint MODE 9 ONOMA TOY MENOY 2 Setpoint 2 5 5 5 2 2 9...
Page 512: ...508 12 12 12 GO SB FAULT...
Page 543: ...539 8 8 1 PMW 4 2 8 2 inverter 8 3 8 3 inverter SET EEPROM FLASH setpoint...
Page 599: ...595...