78
Nederlands
Voor de algemene veiligheid:
De nominale spanningswaarde (zie hoofdstuk 7 Technische gegevens) en de noodzakelijke inlaat water-
druk moeten op elk ogenblik zichtbaar zijn. Er is geen bescherming tegen watergebrek. Dit kan ten
aller tijde later geïnstalleerd worden mocht dit nodig zijn.
Bescherming tegen overdruk en schommelingen:
Let op: De waterdruk mag nooit de maximale waarde van het apparaat van 5,0 bar UK, 8,0 bar EU
overschrijden. Bij een hogere netwaterdruk dan 4,0 bar UK, 6,0 bar EU (of wanneer u niet zeker bent
hoe hoog de waterdruk is) moet een drukverminderingsventiel (drukreductieventiel) aan de aanstroom-
zijde geïnstalleerd worden. Komt het tot drukschommelingen of – stoten mag de som van de drukstoten
en van de bestaande druk de max. toegelaten nominale drukwaarde niet overschrijden.
Elektrische interferentie:
De storingsemissie (EMI = spanningspieken, hoog- frequentie elektromagnetische velden, storings-
spanningen, spanningsschommelingen …) door de elektrische installatie in de omgeving mag de in de
EN 61000-6-3 aangegeven maximale waarden niet overschrijden.
Gegevensanalyse van het ruwe water in uw buurt:
Een permanent bedrijf van de waterontharder met chloorof chloordioxidehoudend water is alleen
mogelijk wanneer de concentratie van vrij chloor/chloordioxide een waarde van 0,5 mg/l niet over-
schrijdt. De aard van de voorbehandeling moet individueel worden bepaald.
Het principe van de intelligente regeneratie:
Het apparaat moet ontworpen zijn voor een vermogen conform het actuele waterverbruik, en moet
bijvoorbeeld dagelijks een regeneratie uitvoeren. Wanneer het waterverbruik minder is, bijvoorbeeld
tijdens de vakantie, moet bij de nieuwe inbedrijfstelling de afsluitinrichting minstens 5 minuten geopend
worden voordat het water opnieuw gebruikt kan worden. Tip: Na het niet gebruiken van de ontharder
voor langere periode, raden wij een automatische regeneratie aan.
Watertoe- en afvoer:
Voor de installatie van het apparaat moet een plaats gekozen worden die een eenvoudige aansluiting
op het waternet mogelijk maakt. Er moet eveneens een verbinding met het afvalwatersysteem (minstens
DN 50), een afvoer in de vloer en ene aparte netcontactdoos (zie hoofdstuk 7 Technische gegevens) in
de buurt zijn.
Overloopslangaansluiting:
Een vakkundig aangesloten overloopslangaansluiting (met vrij verval en passieve vrije uitloopruimte) is
nodig om de correcte afvalwaterafvoer naar de riolering te garanderen.
Voorwaarden voor de hydraulische montage:
De hydraulische en elektrische voorwaarden bij de montage en de eerste inbedrijfstelling volgen (zie
hoofdstuk 5 Onderhoud en service).
Garantie-uitsluiting:
Het niet naleven van de installatievoorschriften maakt de garantie ongeldig.
Garantie:
Bij een storing van het apparaat tijdens de garantieperiode kan u de klantendienst bij u in de buurt
contacteren en modeltype en productienummer vermelden (zie hoofdstuk 7 Technische gegevens of het
typeplaatje op het apparaat).
OPMERKING!
f
Alleen het werk van onze lokale klantendienstafdelingen vallen onder deze garantie.
f
Alle uitgevoerde werken door derden moeten rechtstreeks afkomstig zijn van onze lokale klanten-
dienst.