40
2.1.
2
Instructies voor een optimale verwarming en de
werking van de oven
Stap 1:
Open de stookdeur en leg twee pellets hout (ieder
25
- 33
cm lang/max.
2000
g)
langs en
met de diktekant naar
boven in de verbrandingskamer.
Stap 2:
Stapel nu maximaal een kilo normaal verkrijgbaar
aanmaakhout (3–5 lagen) gelijkmatig op het reeds.
Stap 3:
Leg nu op het aanmaakhout 2–3 aanmaakblokjes
en steek deze aan. Sluit nu de deur van de kachel en
open de luchhtoevoerklep volledig (zie 2.
1.1
).
Bij het verbranden van het aanmaakhout vallen stukjes gloeiend
hout tussen het in de kachel gelegde kloofhout, dan vervolgens
ook begint te branden. Dit proces kan, al naar gelang de trek-
kracht van uw schoorsteen en het gebruikte brandhout, tot maxi-
maal 35 minuten duren en langzaam ontstaat een gloedbed.
De stookdeur moet tijdens deze periode gesloten blijven,
zodat de kachel zo snel mogelijk zijn optimale
bedrijfstemperatuur bereikt.
Wij maken u erop attent dat tijdens de opstookfase roet en
eventueel teer op het kijkglas van de kachel kan neerslaan.
Deze verontreiniging kan bij het verbanden van natuurlijke,
vaste brandstoffen niet worden voorkomen en betekent niet
dat er sprake is van een storing.
Zodra dit proces is afgerond en nog slechts een laag vlambeeld
te zien is, heeft de kachel de vereiste bedrijfstemperatuur be-
reikt om de maximale hoeveelheid kloofhout per uur. Afhankelijk
van zijn vermogen, te verbranden.
Stap 4:
Open eerst voorzichtig de deurvergrendeling en wacht
tot het vuur zich aan de nieuwe luchttoevoer heeft aangepast
(2–3 seconden). Nu kunt u de deur langzaam openen. Vul de
nodige hoeveelheid hout
die nodig is voor het gewenste
vermogen (6, 8 of 10 kw - zie 2.1.1)
bij. Ook kunt u nu de
luchttoevoer van de kachel naar wens verminderen.
Uiterlijk op dit moment zal ook het roet, dat tijdens de opstook-
fase op het kijkglas is achtergebleven, grotendeels verbranden.
Houd er rekening mee dat het even duurt voordat bijgelegde
pallets vlam zullen vatten, omdat het hout eerst een
bepaalde temperatuur moet bereiken.
Belangrijk:
Met het overmatig vullen met hout bereikt u
geen wezenlijk hogere warmteproductie in de ruimte waarin
de kachel staat, eerder zal er meer energie door de
schoorsteen verdwijnen.
Belangrijk:
Gebruik geen brandbare vloeistoffen zoals
spiritus of benzine bij het aansteken.
Normale verwarming:
De deur mag niet worden geopend
terwijl het hout in de verbrandingskamer brandt. Zo voorkomt
u dat er rook in de ruimte waar de kachel staat binnendringt.
Belangrijk:
Gebruik nooit behandeld of met kunststof over-
trokken hout, spaanplaat, zaagsel, houtsnippers, kolen, cokes,
papier, karton of vergelijkbaar materiaal. Het gebruik van der-
gelijk materiaal produceert zeer veel schadelijke stoffen en
kan de kachel permanent beschadigen.
2.2
Verbrandingslucht control
De verbrandingskamer van de
B
4
wordt geleverd met
verbrandingslucht via een centraal, instelbaar toevoerkanaal
aan de onderkant van de verbrandingskamer in de houtvak,
die de verbrandingskamer van verbrandingslucht voorziet.
Deze lucht wordt vervolgens via de openingen in de
achterwand van de kachelen via de ruitspoeling aan het vuur
toegevoerd. Het afspoelen van de disc vertraagt op efficiënte
wijze de vervuiling van de lens.
Om de luchttoevoer naar de verbrandingskamer op de stoo-
komstandigheden af te stemmen kunt u de daarvoor aanwe-
zige regelaar van de luchttoevoer gebruiken. Deze bevindt zich
centraal
in het midden onder de deur van de kachel en u vindt
daarom drie verschillende markeringen, waarmee u de kachel
nauwkeurig voor de volgende drie stookfasen kunt instellen.
1.
Opstookfase
(kachel nog niet op bedrijfstemperatuur):
Trek de regelaar volledig (naar u toe) uit de kachel
– de luchttoevoer is nu volledig geopend.
2.
Stookfase
(kachel heeft de bedrijfstemperatuur bereikt):
Verminder de luchttoevoer
door de regelaar volgens
de voeding terug in de kachel te duwen (zie schets).
Positie van de luchtschuif voor gebruik bij 6 kW
- een marker half zichtbaaar