nl
80
Storing
Eventuele oorzaak
Oplossing
De temperatuur in
de verskoelruimte
is te koud of te
warm.
De vaste instelling is
te warm of te koud
ingesteld (bijv. bij vorst
in de verskoelruimte).
De temperatuur in de verskoelruimte kan
warmer of kouder worden ingesteld.
Temperatuur instellen:
Afb.
2
1. Apparaat uitschakelen met de
Aan/Uit-knop 1.
2. Aan/Uit-knop 1 en
temperatuurinsteltoets 2 tegelijkertijd
ca. 2 seconden ingedrukt houden. Op
de temperatuurindicatie 4 brandt
„88”. Wanneer de
temperatuurindicatie uitgaat, de
toetsen loslaten.
3. Op temperatuurindicatie 4 verschijnen
de temperatuurstanden.
Temperatuurstanden:
■
Stand 0 – koudste instelling
■
Stand 6 – warmste instelling
■
Stand 4 – fabrieksinstelling
(rond 0 °C)
4. De temperatuurinsteltoets 2
meermaals indrukken tot de gewenste
temperatuurstand wordt
weergegeven.
De ingestelde temperatuur wordt na één
minuut opgeslagen. De indicatie
schakelt op de ingestelde
koelruimtetemperatuur.
Aanwijzingen
■
De cijfers op de indicatie komen niet overeen
met de temperaturen in °C in de verskoelruimte.
■
Als de temperatuurindicatie niet knippert, zijn
de toetsen per ongeluk te lang ingedrukt
gehouden. Het apparaat weer uitschakelen
en van voren af aan beginnen zoals hierboven
beschreven.