36
5.
Als de vlam weer uitgaat, herhaalt u de procedure vanaf stap
2.
6.
Bereiding beëindigen: Draai de gasbranderschakelaar
þ
naar
rechts in de stand Uit.
De ontsteking mag niet langer dan 15 seconden worden
bediend. Wanneer de brander na 15 seconden nog niet
ontstoken is, moet u minstens 1 minuut wachten. Herhaal dan
de ontstekingsprocedure.
:
Let op!
Wanneer u kort na het uitschakelen van een nog warme
gasbrander de schakelaar bedient, stroomt er gas uit. Wanneer
u de schakelaar niet in de ontstekingsstand
8
zet, wordt de
gastoevoer na 60 seconden onderbroken.
De gasbrander ontsteekt niet.
Bij stroomuitval of bij vochtige bougies kunt u de gasbrander
met een gasaansteker of lucifer ontsteken.
Tabel - koken
Kies voor elke kookzone de juiste pangrootte. De diameter van
de panbodem moet met de grootte van de kookzone
overeenstemmen.
De kooktijden zijn afhankelijk van de soort, het gewicht en de
kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn afwijkingen mogelijk.
De optimale kooktijd kunt u op basis van uw eigen ervaring
bepalen.
Mineralen en vitaminen kunnen bij het koken zeer snel hun
voedingswaarde verliezen. Gebruik daarom maar weinig water.
Zo blijven vitaminen en mineralen behouden. Kies korte
kooktijden zodat groentes steviger blijven en meer
voedingswaarde hebben.
Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt.
Wijzen van verwarmen en temperatuur
Voorbeeld op de afbeelding: 190 °C, boven-/onderwarmte
%
.
1.
Met de functiekiezer de gewenste wijze van verwarmen
instellen.
2.
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur of de
grillstand instellen.
De oven wordt opgewarmd.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
Snelvoorverwarming
Met de snelvoorverwarming bereikt de oven de ingestelde
temperatuur bijzonder snel.
Gebruik de snelvoorverwarming bij een ingestelde temperatuur
boven 100 °C.
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, doet u het gerecht pas
in de binnenruimte wanneer het snel voorverwarmen beëindigd
is.
1.
De functiekeuzeknop op
I
zetten.
2.
Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur instellen.
Na enkele seconden begint de oven op te warmen. Het
indicatielampje boven de temperatuurkeuzeknop gaat uit.
Het snel voorverwarmen is beëindigd
Het indicatielampje boven de temperatuurkeuzeknop gaat uit.
Plaats uw gerecht in de oven en stel de gewenste
verwarmingsmethode in.
Snelvoorverwarming afbreken
De functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De oven is
uitgeschakeld.
Voorbeeld
Gerecht
Kookzone
Kookstand
Smelten
Chocolade, boter, margarine
Spaarbrander
Kleine vlam
Verwarmen
Bouillon, groenteconserven
Normale brander
Kleine vlam
Verwarmen en warm
houden
Soepen
Spaarbrander
Kleine vlam
Stomen*
Vis
Normale brander
Tussen grote en kleine vlam
Stomen*
Aardappels en overige groen-
ten, vlees
Normale brander
Tussen grote en kleine vlam
Koken
*
Rijst, groente, vleesgerechten
(met saus)
Normale brander
grote vlamhoogte
Braden
Pannenkoeken, aardappels,
schnitzels, vissticks
Extra krachtige brander
Tussen grote en kleine vlam
* Wanneer u een pan met deksel gebruikt, schakel dan naar een kleinere vlam terug zodra het eten begint te koken.