32
Kookplaat
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem.
Zet de pan midden boven de brander. Daardoor wordt de
warmte van de brandervlam optimaal aan de panbodem
doorgegeven. Handvatten of stelen worden niet beschadigd, en
er wordt een hogere energiebesparing gerealiseerd.
Branderschakelaar
Met de vier branderschakelaar kunt u het
verwarmingsvermogen van de branders instellen.
Aan het einde van het instelbereik voelt u een aanslag. Niet
verder draaien.
De oven
U stelt de oven in met de functie- en de temperatuurkeuzeknop.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode voor
de oven in.
U kunt de functiekeuzeknoppen naar rechts of naar links
draaien.
Wanneer u instelt, brandt de lamp in de binnenruimte.
Toelichting
1
Normale brander
2
Spaarbrander
3
Extra krachtige brander
4
Normale brander
Brander
Diameter van de pan
Spaarbrander 1kW
12
-18 cm
Normale brander 1,7 kW 18
-24 cm
Sterke brander 3 kW
24
28 cm
Standen
Functie/gasfornuis
þ
Nulstand
Fornuis is uitgeschakeld.
8
Onstekingsstand
Onstekingsstand
—
˜
Instelbereik
grote vlam = sterkste instelling
spaarvlam = kleinste instelling
Stand
Gebruik
þ
Nulstand
De oven is uitgeschakeld.
%
Boven- en onder-
warmte
Voor taart en gebak, ovenschotels
en magere braadstukken,
bijv. rund of wild, op één niveau.
De hitte komt gelijkmatig van
boven en van beneden.
<
3D-hetelucht*
Voor taart en gebak op één tot
drie niveaus. De ventilator ver-
deelt de warmte van het ronde ver-
warmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de oven.
6
Pizzastand
Voor de snelle bereiding van diep-
vriesproducten zonder voorverwar-
men, bijv. pizza's, patates frites of
strudel. Het onderste verwarmings-
element en het ronde verwar-
mingselement aan de achterwand
zijn ingeschakeld.
$
Onderwarmte
Voor het inkoken en nabakken of
naroosteren. De warmte komt van
onderen.
7
Circulatiegrillen
Voor het braden van vlees, gevo-
gelte en hele vis. Het grillelement
en de ventilator worden afwisse-
lend in- en uitgeschakeld. De venti-
lator wervelt de hete lucht rond het
gerecht.
*
Grill, klein
Voor het grillen van kleine hoeveel-
heden steaks, worstjes, toast en
stukjes vis. Het middelste deel van
het grillelement wordt heet.
(
Grill, groot
Voor het grillen van steaks, snee-
tjes brood en stukjes vis. Het
gehele vlak onder het grillelement
wordt heet.
B
Ontdooien
Voor het ontdooien van vlees,
gevogelte, brood en gebak. De
ventilator wervelt de warme lucht
rond het gerecht.
I
Snelvoorverwarming
Snel voorverwarmen van de oven
zonder toebehoren.
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.