
nl
78
Inhoudsopgave
1 Veiligheid.................................... 80
1.1 Algemene aanwijzingen ........... 80
1.2 Bestemming van het appa-
raat ........................................... 80
1.3 Inperking van de gebruikers .... 80
1.4 Veiliger transport ...................... 81
1.5 Veilige installatie....................... 81
1.6 Veilig gebruik............................ 82
1.7 Beschadigd apparaat............... 84
schade ........................................ 86
ring.............................................. 86
3.1 Afvoeren van de verpakking .... 86
3.2 Energie besparen ..................... 86
4 Opstellen en aansluiten ............. 87
4.1 Leveringsomvang ..................... 87
4.2 Criteria voor de opstellocatie ... 87
4.3 Apparaat monteren .................. 88
4.4 Het apparaat voor het eerste
gebruik voorbereiden ............... 88
4.5 Apparaat elektrisch aanslui-
ten............................................. 88
5 Uw apparaat leren kennen......... 88
5.1 Apparaat................................... 88
5.2 Bedieningspaneel..................... 88
6 Uitrusting.................................... 89
7 De Bediening in essentie........... 90
8 Extra functies ............................. 91
8.1 Super-functie ............................ 91
9 Alarm........................................... 91
9.1 Deuralarm................................. 91
10 Koelvak ..................................... 91
10.1 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het koel-
vak .......................................... 91
10.2 Koudezones in het koelvak .... 91
11 Verskoelruimte ......................... 92
koelruimte bij 0 °C ................. 92
12 Vriesvak .................................... 92
12.1 Deur van het vriesvak............. 92
12.2 Invriescapaciteit...................... 92
12.3 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het vries-
vak .......................................... 93
12.4 Tips voor het bevriezen van
verse levensmiddelen ............ 93
12.5 Houdbaarheid van de diep-
vrieswaren bij −18 °C ............ 93
diepvrieswaren ....................... 93
13 Ontdooien ................................. 94
13.1 Ontdooien in het koelvak. ...... 94
13.2 Ontdooien in de verskoel-
ruimte ..................................... 94
13.3 Ontdooien in het vriesvak ...... 94
14 Reiniging en onderhoud .......... 94
voor reiniging ......................... 94
14.2 Apparaat schoonmaken ......... 95
14.3 Onderdelen eruit halen .......... 95
14.4 Apparaatonderdelen de-
monteren ................................ 96
15 Storingen verhelpen ................ 97
16 Opslaan en afvoeren................ 99
Summary of Contents for 5CF3 Series
Page 2: ...1 2 3 5 6 A B C 4 1 1 2 4 5 3 2...
Page 3: ...3 4 5 6 7 8 9 10...
Page 4: ...11 12 13 14...
Page 102: ......
Page 103: ......