D812958 00100_03
RIGEL 6
- 91
NEDERL
ANDS
INSTALLATIEHANDLEIDING
5) AANSLUITINGEN AANSLUITKAST Fig.B
WAARSCHUWINGEN -
Tijdens de bekabelings- en installatiewerkzaamheden de
geldende normen raadplegen en in ieder geval de geldende technische normen.
De met verschillende spanningen gevoede geleiders moeten fysiek gescheiden
worden, of op passende wijze geïsoleerd worden met min. 1 mm extra isolatie.
De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt van
de klemmen, bijvoorbeeld met behulp van bandjes.
Alle verbindingskabels moeten ver van het koellichaam vandaan gehouden worden.
6) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
Opmerking: alleen ontvangende veiligheidsinrichtingen gebruiken met vrij
uitwisselbaar contact.
6.1) “TRUSTED DEVICES” FIG. E
6.2) AANSLUITING VAN 1 PAAR FOTOCELLEN ANDERS DAN TRUSTED DEVICE
FIG. C
7) TOEGANG TOT DE MENU’S: FIG. 1
7.1) MENU PARAMETERS (
PARA
) (TABEL “A” PARAMETERS)
7.2) MENU LOGICA’S (
LOGIC
)
(TABEL “B” LOGICA’S)
7.3) MENU RADIO
(
radio
) (TABEL “C” RADIO)
- BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE OPGESLAGEN ZENDER MARKEREN
MET DE MASTERSLEUTEL (MASTER).
Bij handmatige programmering wordt door de eerste zender de SLEUTELCODE VAN
DE ONTVANGER toegewezen; deze code is noodzakelijk om de daaropvolgende
klonering van de radiozenders te kunnen uitvoeren. De geïntegreerde ontvanger
Clonix beschikt bovendien over enkele belangrijke geavanceerde functionaliteiten:
• Klonering van de master-zender (rolling-code of vaste code).
• Klonering voor vervanging van de reeds in de ontvanger opgenomen zenders.
• Beheer database zenders.
• Beheer groep ontvangers.
Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de universeel
programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering ontvangers.
Bij het gebruik van een 4-kanaals afstandsbediening wordt aanbevolen om één
kanaal voor de stopfunctie (STOP) te bewaren.
7.4) MENU DEFAULT (
default
)
Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het herstel
is het noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren.
7.5) MENU TAAL (
language
)
Hiermee kan de taal van het programmeerbare display worden ingesteld.
7.6) MENU AUTOSET (
AUTOset
)
Autoset-fasen voor motoren met eindaanslagen (
Afb. D1
):
1 - Plaats de vleugels op de eindaanslag sluiten.
2 - een operatie starten van zelfinstelling door naar het speciale Menu te gaan,
op de toets OK drukken om de openingsmanouevre van de motor 1 te doen
starten.
3 - Op de display wordt het bericht “M1.o” gevisualiseerd.
4 - Wacht tot de eindaanslag openen geactiveerd wordt of beëindig de openings-
beweging van motor 2.
5 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart. Met display
“M2.o”.
6 - Wacht tot de eindaanslag openen geactiveerd wordt of beëindig de openings-
beweging van motor 2, op de display wordt het bericht “CLOSE” gevisualiseerd.
7 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met
display “M2.c”.
8 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbeweging
van motor 2.
9 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart. Met display “M1.c”.
10 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbewe-
ging van motor 1.
Als de werktijd correct opgeslagen is op de display wordt het bericht “OPEN”
gevisualiseerd.
11 - Op de toets OK drukken om de tweede cyclus opnieuw te doen beginnen om de
koppelwaarde te berekenen die nodig is voor de beweging van het deurdeel/
de deurdelen, op de display wordt het bericht “M1.o” gevisualiseerd.
12 - Wacht totdat de ingreep van de begrenzer van opening eindigt om de manoeuvre
van opening van de motor 1 te doen stoppen.
13 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart. Met display
“M2.o”.
14 - Wacht tot de eindaanslag openen geactiveerd wordt of beëindig de openings-
beweging van motor 2, op de display wordt het bericht “CLOSE” gevisualiseerd.
15 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met
display “M2.c”.
16 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbeweging
van motor 2.
17 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart. Met display “M1.c”.
18 - Wacht tot de eindaanslag sluiten geactiveerd wordt of beëindig de sluitbeweging
van motor 1.
19 - Als de autoset correct beëindigd is wordt op de display het bericht “OK” gevi-
sualiseerd, als de autoset faalt wordt op de display “KO” gevisualiseerd en moet
de handeling herhaald worden vanaf de fase 1.
De fasen van motor 2 worden niet uitgevoerd als de actieve motor 1 is ingesteld.
Autoset-fasen voor motoren zonder eindaanslagen (
Afb. D2
):
1 - Plaats de vleugels op de eindaanslagen sluiten.
2 - een operatie starten van zelfinstelling door naar het speciale menu te gaan,
op de toets OK drukken om de openingsmanouevre van de motor 1 te doen
starten.
3- Op de display wordt het bericht “M1.o” gevisualiseerd.
4 - Druk op de toets OK om de openingsbeweging van motor 1 te beëindigen Met
display “M2.o”
5 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart.
6 - Op de toets OK drukken om de openingsbeweging van motor 2 te beëindigen,
op de display wordt het bericht “CLOSE” gevisualiseerd.
7 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met
display “M2.c”
8 - Druk op de toets OK om de sluitingsbeweging van motor 1 te beëindigen. Met
display “M1.c”
9 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart.
10 - Druk op de toets OK om de sluitingsbeweging van motor 1 te beëindigen.
Als de werktijd correct opgeslagen is op de display wordt het bericht “OPEN”
gevisualiseerd.
11 - Op de toets OK drukken om de tweede cyclus opnieuw te doen beginnen om de
koppelwaarde te berekenen die nodig is voor de beweging van het deurdeel/
de deurdelen, op de display wordt het bericht “M1.o” gevisualiseerd.
12 - Wacht totdat de ingreep van de werktijd van motor 1 eindigt om de manoeuvre
van opening van de motor 1 te doen stoppen.
13 - De openingsbeweging van motor 2 wordt automatisch gestart. Met display
“M2.o”
14 - Wacht tot de werktijd van motor 2 openen geactiveerd wordt of beëindig
de openingsbeweging van motor 2, op de display wordt het bericht “CLOSE”
gevisualiseerd.
15 - Druk op de toets OK om motor 2 de sluitbeweging te laten verrichten. Met
display “M2.c”
16 - Wacht totdat de ingreep van de werktijd van motor 2 eindigt om de manoeuvre
van sluiting van de motor 2 te doen stoppen.
17 - De sluitbeweging van motor 1 wordt automatisch gestart. Met display “M1.c”
18 - Wacht totdat de ingreep van de werktijd van motor 1 eindigt om de manoeuvre
van sluiting van de motor 1 te doen stoppen.
19 - Als de autoset correct beëindigd is wordt op de display het bericht “OK” gevi-
sualiseerd, als de autoset faalt wordt op de display “KO” gevisualiseerd en moet
de handeling herhaald worden vanaf de fase 1.
De fasen van motor 2 worden niet uitgevoerd als de actieve motor 1 is ingesteld.
Tijdens deze fase is het belangrijk de verduistering van de fotocellen, de ingreep van
de veiligheidsinrichtingen, alsmede het gebruik van de commando’s START, STOP,
OPEN, CLOSE en van het display te vermijden.
Aan het einde van deze handeling heeft de bedieningscentrale automatisch de
optimale werkwaarden van de parameters ingesteld. Deze controleren en eventueel
wijzigen zoals beschreven in de programmering.
OPGELET!! Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten
in de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen
aangegeven in de norm EN 12453.
De botsingskrachten moeten met het gebruik van actieve randen worden
beperkt, overeenkomstig de norm EN12978
Opgelet!! Tijdens de autoset-fase is de functie voor obstakeldetectie
niet actief; de installateur moet de beweging van het automatiserings-
systeem controleren en voorkomen dat personen of voorwerpen in de
buurt komen van de actieradius van het automatiseringssysteem of zich
daarbinnen bevinden.
7.7)PROCEDURE VOOR CONTROLE INSTALLATIE
1. Beveiligingen aanbrengen die gevoelig zijn voor druk of elektriciteit (bijvoorbeeld
actieve rand)
2. AUTOSET uitvoeren (*)
3. De botsingskrachten controleren: als deze binnen de limieten blijven verder
gaan naar punt 5 anders
4. De beweging van de aandrijving alleen toestaan in de modus “Persoon aanwezig”
5. Controleren of alle inrichtingen die de aanwezigheid in de manoeuvrezone
detecteren goed functioneren
(*) Voor de autoset uit te voeren, controleren of alle werkzaamheden betreffende
de montage en de veiligstelling goed zijn uitgevoerd zoals voorgeschreven door
de waarschuwingen voor de installatie in de handleiding van de motorisering en of
de parameters “openingskracht”, “sluitingskracht”, “vertraagde openingskracht” en
“vertraagde sluitingskracht“ zijn ingesteld
7.8) MENU STATISTIEKEN
Hiermee kunt u de versie van de kaart, het totale aantal manoeuvres (in
honderdtallen), het aantal in het geheugen opgeslagen afstandsbedieningen en
de laatste 30 fouten tonen (de eerste 2 cijfers geven de positie aan, de laatste 2 de
foutcode). De fout 01 is de meest recente.
7.9) MENU PASSWORD
Hiermee kunt u een password invoeren voor de programmering van de kaart via
het U-link” netwerk.
Als het “BESCHERMINGSNIVEAU” van de logica is ingesteld op 1,2,3,4 wordt het
password gevraagd voor toegang tot het programmeringsmenu. Na 10 mislukte
toegangspogingen achtereen moet u 3 minuten wachten voor u een nieuwe po-
ging kunt doen. Tijdens deze periode toont het display bij iedere toegangspoging
het bericht “BLOC”. Het default password is 1234.
7.10) CHRONO-MENU Fig.I
Laat het toe de werking in te stellen per tijdsbereiken.
Er kunnen max. twee dagelijkse tijdsbereiken ingesteld worden waarbinnen het
hek open blijft (van maandag t/m zondag)
Binnen de tijdsbereik wordt een opening uitgevoerd van de deurdelen die open
blijven tot het einde van het tijdsbereik.
8) DRUK EINDAANSLAG SLUITING Fig.F Ref. A-B
OPENINGSRICHTING Fig.F Ref. C-D
9) VERBINDING MET UITBREIDINGSKAARTEN EN UNIVERSELE
PROGRAMMEERBARE PALMTOP (Fig.G)
Zie specifieke handleiding.
10) OPTIONELE U-LINK MODULES
Zie de instructies van de U-link modules
Het gebruik van enkele modulen veroorzaakt een afname van het radiobereik. De
installatie aanpassen met een geschikte antenne afgestemd op 433MHz
11) DE FABRIEKSINSTELLINGEN HERSTELLEN (Fig.H)
LET OP U herstelt de waarden die door de fabriek zijn ingesteld. De afstan-
dsbedieningen in het geheugen worden gewist.
LET OP! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren
of voorwerpen.
- Haal de spanning van de kaart (Fig.H ref.1)
- Open de ingang Stop en druk tegelijkertijd op de t en OK (Fig.H ref.2)
- Voorzie de kaart van spanning (Fig.H ref.3)
- Het display toont RST, bevestig binnen 3s met een druk op de toets OK (Fig.H
ref.4)
- Wacht tot de procedure wordt afgesloten (Fig.H ref.5)
- Procedure beëindigd (Fig.H ref.6)
OPGELET! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, dieren
of voorwerpen.
LET OP: Controleren of de waarde van de botsingskracht gemeten in
de punten voorzien door de norm EN12445, lager is dan hetgeen aan-
gegeven in de norm EN 12453.
De botsingskrachten kunnen verminderd worden door middel van het
gebruik van vervormbare randen.
Om een beter resultaat te behalen, wordt aanbevolen de autoset met stilstaande
motoren uit te voeren (dat wil zeggen niet oververhit door een groot aantal
opeenvolgende manoeuvres).
Summary of Contents for RIGEL 6
Page 99: ......
Page 100: ...www bftme ae ...