Nederlands |
45
1 609 92A 0YX • 13.11.14
Geluidsvolume instellen
Na het inschakelen van de bouwradio is altijd een
gemiddelde geluidssterkte (waarde 10) ingesteld.
Als u de geluidssterkte wilt verhogen, drukt u op de
toets
„Vol +”
6
. Als u de geluidsterkte wilt verlagen,
drukt u op de toets
„Vol –”
5
. De geluidssterkte-in-
stelling
„VL”
verschijnt met de waarde tussen 0 en
20 gedurende enkele seconden in de indicatie
e
in
het display.
Stel het geluidsvolume op een lage waarde in voor-
dat u een radiozender instelt of van zender wisselt.
Stel het op een gemiddelde waarde in voordat u
een externe audiobron start.
Als u het geluid wilt uitschakelen, kunt u de toets
„Mute”
13
indrukken. Als u het geluid opnieuw wilt
inschakelen, drukt u opnieuw op de toets
„Mute”
13
of een van de geluidssterktetoetsen
„Vol +”
6
of
„Vol –”
5
.
Klank instellen
Voor een optimale geluidsweergave is een equali-
zer in de bouwradio geïntegreerd.
Als u het niveau van de lage tonen (bass) wilt wijzi-
gen, drukt u eenmaal op de toets
„Equalizer”
4
. In
het display verschijnen
„BA”
en de opgeslagen
waarde van het niveau van de lage tonen in de in-
dicatie
e
. Voor het niveau van de hoge tonen drukt
u opnieuw op de toets
„Equalizer”
4
. In de indica-
tie
e
verschijnen
„TR”
en de opgeslagen waarde
van het niveau van de hoge tonen (treble).
Het niveau van de lage en hoge tonen kan tussen
–5 en +5 veranderd worden. Als u de aangegeven
waarde wilt verhogen, drukt u op de toets
„Vol +”
6
. Als u de waarde wilt verlagen, drukt u op de toets
„Vol –”
5
. De gewijzigde waarden worden automa-
tisch opgeslagen als de indicatie
e
enkele secon-
den na de laatste druk op een toets opnieuw de tijd
weergeeft.
Audiobron selecteren
Als u een audiobron wilt selecteren, drukt u de
toets
„Source”
14
zo vaak in tot in het display de
indicatie
f
voor de gewenste interne audiobron (zie
„Radiozenders instellen en opslaan”, pagina 45)
resp. externe audiobron (zie „Externe audiobron-
nen aansluiten”, pagina 45) verschijnt:
–
„FM”:
Radio via FM,
–
„AM”:
Radio via middelgolf,
–
„AUX”:
externe audiobron (bijv. MP3-speler) via
de 3,5 mm-aansluiting
22
.
Sprietantenne afstellen
De bouwradio wordt met een gemonteerde spriet-
antenne
7
geleverd. Draai bij gebruik van de radio
de sprietantenne in de richting die de beste ont-
vangst mogelijk maakt.
Als geen voldoende ontvangst mogelijk is, dient u
de bouwradio op een plaats met een betere ont-
vangst neer te zetten.
Opmerking:
Bij gebruik van de bouwradio in de on-
middellijke nabijheid van zendinstallaties, zendap-
paratuur of andere elektronische apparaten kan de
kwaliteit van de radio-ontvangst achteruit gaan.
Radiozenders instellen en opslaan
Druk de toets voor de keuze van de audiobron
„Source”
14
zo vaak in tot in de indicatie
f
„FM”
voor het fm-ontvangstbereik of
„AM”
voor het mid-
dengolf-ontvangstbereik verschijnt.
Wilt u
een bepaalde radiofrequentie instellen
,
drukt u op de toets voor voorwaarts zoeken
12
voor het verhogen van de frequentie of op de toets
voor achterwaarts zoeken
11
voor het verlagen
van de frequentie. De actuele frequentie verschijnt
in de indicatie
a
in het display.
Wilt u
naar radiozenders met een hoge signaal-
sterkte zoeken
drukt u op de toets voor voorwaarts
zoeken
12
resp. de toets voor achterwaarts
zoeken
11
en houdt u deze kort ingedrukt. De
frequentie van de gevonden radiozender verschijnt
kort in de indicatie
a
in het display.
Bij voldoende sterke ontvangst van een geschikt
signaal schakelt de bouwradio automatisch over
op stereo-ontvangst. In het display verschijnt de in-
dicatie voor stereo-ontvangst
c
.
Wilt u
een ingestelde zender opslaan
, drukt u 3
seconden lang op een van de programmageheu-
gentoetsen
9
. Zodra de indicatie
e
„PR”
en het
nummer van de gekozen programmageheugen-
toets verschijnen, is de zender opgeslagen.
U kunt 5 FM-zenders en 5 middengolfzenders op-
slaan. Houd er rekening mee dat een reeds toege-
wezen geheugenplaats, als deze opnieuw wordt
gekozen, met de nieuw ingestelde radiozender
wordt overschreven.
Wilt u
een opgeslagen zender weergeven
drukt u
kort op de bijbehorende programmageheugen-
toets
9
. In de indicatie
e
verschijnt gedurende en-
kele seconden
„PR”
en het geheugennummer van
het programma.
Externe audiobronnen aansluiten
Naast het geluid van de geïntegreerde radio kunt u
het geluid van verschillende externe audiobronnen
weergeven.
Neem de beschermdop van de
„AUX IN”
-aanslui-
ting
22
. Steek de haakse 3,5 mm-stekker van de
AUX-kabel
26
in de aansluiting (zie afbeelding op de
pagina met afbeeldingen). Sluit de andere stekker
van de AUX-kabel op een passende audiobron aan.
Als u geluid van de aangesloten audiobron wilt
weergeven, drukt u de toets voor de keuze van de
audiobron
„Source”
14
zo vaak in tot in de indica-
tie
f
in het display
„AUX”
verschijnt.
Breng ter bescherming tegen vuil het bescherm-
kapje van de
„AUX IN”
-aansluitopening
22
weer
aan nadat u de stekker van de AUX-kabel verwij-
derd heeft.
OBJ_BUCH-2335-001.book Page 45 Thursday, November 13, 2014 11:29 AM