08/ 2008
BENNING MM 1
51
2. Veiligheidsvoorschriften.
Bijvoorbeeld:
Gevaarlijke spanning!
Let op de veiligheidsvoorschriften.
Alvorens de BENNING MM 1 in gebruik te nemen gelieve u deze gebruiks-
aanwijzing grondig te lezen en de veiligheidsvoorschriften strikt te volgen.
Hierdoor kunt u ongevallen voorkomen en uw BENNING MM 1 beschermen
tegen beschadiging.
3. Leveringsomvang
Bij de levering van de BENNING MM 1 behoren:
3.1 Eén BENNING MM 1.
3.2 Eén veiligheidsmeetsnoer rood, (L = 1.4 meter; puntdia. 4 mm), met
veiligheidskap.
3.3 Eén veiligheidsmeetsnoer zwart, (L.= 1.4 meter; puntdia. 4 mm), met
veiligheidskap.
3.4 Eén rubber beschermingshoes.
3.5 Eén compactbeschermingsetui.
3.6 Twee batterijen 1.5 V (micro, ingebouwd.)
3.7 Eén gebruiksaanwijzing.
Opmerking t.a.v. aan slijtage onderhevige onderdelen:
De BENNING MM 1 wordt gevoed door twee micro-batterijen 1.5 V
(2 x 1.5 V- IEC- LR03).
4. Beschrijving van het apparaat
Zie fig. 1:
voorzijde van het apparaat.
Hieronder volgt een beschrijving van de in fig. 1 aangegeven informatie- en
bedieningselementen.
1
Digitaaldisplay(LCD)
voor het aflezen van gemeten waarde, staafdiagram-
aanduiding, aanduiding indien meting buiten bereik van het toestel valt.
2
Aanduiding polariteit.
3
Symbool voor lege batterijen.
4
Draaischakelaar
voor functiekeuze.
5
Contaktbus (positief)
voor wissel- en gelijkspanning, gelijkstroom en
weerstandsmeeting V,
, µA
6
COM-contactbus
, gezamenlijke contactbus voor stroom-, spannings- en
weerstandsmeting, doorgangs- en diodecontrole.
7
Range-toets
.
8
Hold-toets
.
9
Rubber beschermingshoes.
5. Algemene kenmerken
5.1 Algemene gegevens van de BENNING MM 1.
5.1.1 De nummerieke waarden zijn op een display (LCD) af te lezen met
3.5 cijfers van 10,5 mm hoog, met een komma voor de decimalen. De
grootst mogelijk af te lezen waarde is 3200.
5.1.2 De polariteitsaanduiding
2
werkt automatisch. Er wordt slechts één
pool t.o.v. de contactbussen aangeduid met "-".
5.1.3 Metingen buiten het bereik van de meter worden aangeduid met een
knipperende "-1" of een "1" en tevens met een akoestisch signaal.
5.1.4 Met de "Range-toets"
7
kunnen de verschillende meetbereiken wor-
den ingesteld, waarbij tegelijkertijd het symbool "Range" in het
scherm verschijnt. Door de knop langer in te drukken (2 seconden)
wordt het bereik automatisch ingesteld. (aanduiding "Range" verdwijnt
uit het scherm). Staat de draaischakelaar in de positie diodecontrole/
doorgangstest (
, ), maakt de "Range-toets" wisseling tussen
deze twee func-
ties mogelijk.
5.1.5 Door het indrukken van de toets "Hold"
8
, wordt de gemeten waarde
in het geheugen opgeslagen. In het display verschijnt het symbool "H".
Door een herhaald indrukken verdwijnt de "H" en de gemeten waarde
wordt weer in het scherm afgebeeld.
5.1.6 De meetfrequentie bij cijferweergave van de BENNING MM 1 bedraagt
gemiddeld 2 metingen per seconde, de meetfrequentie van de staaf-
diagramuitlezing is ongeveer 12 metingen per seconde.
5.1.7 De BENNING MM 1 wordt in- en uitgeschakeld met de draaischake-
laar.
4
Uitschakelstand is "Off" .
5.1.8 Na ca. 10 minuten in rust schakelt de BENNING MM 1 zichzelf auto-
matisch uit. Hij wordt weer ingeschakeld door het indrukken van de
„Range-toets“
7