02/ 2018
DUSPOL
®
analog
38
- Ytterleder- (faseindikator) og dreiefelttesting: ≥ U
n
230 V,
50/60 Hz
- Vibrasjonsmotor, start: ≥ U
n
200 V
- Overspenningskategori: CAT IV 600 V,
CAT III 1000 V
- Kapslingsgrad: IP 65 (DIN VDE 0470-1 IEC/EN 60529)
6 – Første kodetall: Beskyttelse om inntrenging av farlige
gjenstander og beskyttelse mot faste fremmedlegemer,
støvtett
5 – Andre kodetall: Beskytter mot vannsprut. Kan også
brukes når det er nedbør.
- maks. tillatte Driftssyklus: 30 s (maks. 30 sekunder), 240 s off
- Vekt: ca. 250g
- Ledningslengde: ca. 1000 mm
- Drifts- og oppbevaringstemperaturområde: - 20 °C til
+ 45 °C (Klimakategori N)
- Relativ luftfuktighet: 20 % til 96 % (Klimakategori N)
- Tilbakekoblingstid (termisk beskyttelse):
Spenning/tid: 230 V/30 s, 400 V/9 s, 690 V/5 s, 1000 V/2 s
9. Generelt vedlikehold
Rengjør kapslingen utvendig med en ren klut.
10. Miljøvern
Bruk tilgjengelige avfallsinnsamlingssystemer og re-
sirkuleringsordninger, når apparatet er uttjent og skal
kastes.
Bedieningshandleiding
DUSPOL
®
analog
Voordat u de spanningstester DUSPOL
®
analog gebruikt: Lees
de bedieningshandleiding en neem in ieder geval de veilig-
heidsinstructies in acht!
Inhoudsopgave
1. Veiligheidsinstructies
2. Apparaatbeschrijving
3. Functiecontrole voor het gebruik ter controle van de
spanningloosheid van de installatie
4. Controle van de installatie op spanningloosheid
5. Vermogeninschakeling met vibratiemotor
6. Buitengeleider testen (faseweergave)
7. Draaiveld testen
8. Technische gegevens
9. Algemeen onderhoud
10. Milieubescherming
1. Veiligheidsinstructies:
- Het apparaat mag bij het gebruik alleen worden vastge-
nomen aan de geïsoleerde handgrepen L1
6
en L2
7
en de teststaven L1/-
2
en L2/+
3
mogen niet worden
aangeraakt!
- Controleer vlak voor en na het gebruik ter controle van de
spanningloosheid van de installatie de spanningszoeker
ten aanzien van zijn functionaliteit (zie hoofdstuk 3)! De
spanningstester mag niet worden gebruikt, wanneer de
functie van één of meerdere indicators uitvalt of wanneer
er geen gebruiksklare toestand kan worden vastgesteld!
De controle dient dan met een andere spanningszoeker te
worden herhaald.
- De spanningstester mag alleen binnen het aangegeven
nominale spanningsbereik en in elektrische installaties tot
AC/DC 1.000 V worden gebruikt!
- De spanningstester mag alleen worden gebruikt in stroom-
circuits van overspanningscategorie CAT III met maximum
1000 V of overspanningscategorie CAT IV met maximum
600 V geleider tegen aarde.
- De spanningstester is voorzien voor gebruik door gespe-
cialiseerde elektrotechnici in combinatie met veilige werk-
methoden.
- De graduele LED-indicator dient om het spanningsbereik
weer te geven en is niet bestemd voor meetdoeleinden.
- Het creëren van een spanningstester voor meer dan 30
seconden spanning (maximaal toegestane inschakelduur
ID = 30 seconden)
- De spanningstester mag niet worden gedemonteerd!
- De spanningstester moet worden beschermd tegen ver-
ontreinigingen en beschadigingen van het behuizingop-
pervlak.
- Als bescherming tegen lichamelijke letsels moet na ge-
bruik van de spanningstester de meegeleverde teststaaf-
bescherming
1
worden aangebracht op de teststaven!
- Merk op dat de impedantie (inwendige weerstand) van de
spanningstester de weergave van stoorspanningen (capa-
citief of inductief gekoppeld) beïnvloedt!
Afhankelijk van de inwendige impedantie van de spannings-
tester zijn er, in aanwezigheid van stoorspanning, verschil-
lende mogelijkheden voor de weergave "bedrijfsspanning
aanwezig" of "bedrijfsspanning niet aanwezig".
Laagohmige spanningstester
(impedantie < 100 kΩ), stoor
-
spanning wordt onderdrukt of verlaagd:
Een spanningstester met relatief lage inwendige impedantie
zal in vergelijking met de referentiewaarde 100 kΩ niet alle
stoorspanningen weergeven met een oorsprongwaarde boven
ELV (50 V AC/120 V DC). Bij contact met de te testen delen
kan de spanningstester de stoorspanningen door ontlading tij-
delijk tot een niveau onder ELV verlagen; na het verwijderen
van de spanningstester zal de stoorspanning echter weer haar
oorspronkelijke waarde aannemen.
Wanneer de indicatie "spanning aanwezig" niet verschijnt, is
het ten stelligste aan te bevelen de aardingsinrichting in te leg-
gen voor met de werken wordt begonnen.
Hoogohmige spanningstester
(impedantie > 100 kΩ): Stoor
-
spanning wordt niet onderdrukt of verlaagd:
Een spanningstester met relatief hoge inwendige impedan-