Veiligheidsaanwijzingen
De volgende veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen dienen voor het af-
wenden van gevaren en voor het voorkomen van lichamelijke letsels en materi-
ële schade.
Algemene aanwijzingen
•
Bij het aansluiten dienen de voorschriften van de plaatselijke energiebe-
drijven alsmede de bepalingen conform VDE 100 voor natte en vochtige
ruimten in acht te worden genomen.
•
Gebruik het apparaat uitsluitend in droge ruimten.
•
Gebruik uitsluitend ongewijzigde originele onderdelen van de besturings-
fabrikant.
•
Neem de bepalingen in acht die specifiek voor uw land van toepassing
zijn.
•
Houd personen uit de buurt van het bewegingsgebied van de installaties.
•
Wanneer de installatie door één of meerdere apparaten wordt bestuurd,
dan moet het bewegingsgebied van de installatie gedurende de bedie-
ning zichtbaar zijn.
•
Houd kinderen uit de buurt van besturingen.
Voorzichtig
•
Gevaar voor verwondingen door elektrische schok.
•
Aansluitingen op het 230 V net moeten door een elektri-
cien worden uitgevoerd.
•
Schakel voorafgaand aan de montage de motorkabel
spanningsvrij.
•
Voor het aansluiten van stuurkabels (veilige laagspannin-
gen) mogen uitsluitend leidingtypes met voldoende door-
slagvastheid worden gebruikt.
34 - nl