Nederlands
66
struikelgevaar en geen hindernis
vormt.
–
De ladder altijd alleen daar veilig
opbergen, waar hij is beschermd
tegen vrije toegang en zodoende
niet voor criminele doeleinden
kan worden gebruikt.
–
De ladder is bij continu gebruik
en de hiermee verbonden vrije
toegang (bijv. op een steiger)
altijd beschermen tegen het
gebruik door onbevoegde
personen, zodat een toegang
door niet bevoegde personen
(bijv. spelende kinderen) kan
worden voorkomen.
–
Schuif de ladder na elk gebruik
volledig in en zet deze vast met
behulp van de riem
4
, om te
voorkomen dat de ladder per
ongeluk wordt uitgeschoven.
–
Bewaar de ladder op een droge
plaats.
–
Bewaar de ladder buiten het
bereik van kinderen.
–
Zorg ervoor dat kinderen niet
onbewaakt met de ladder spelen.
–
Bewaar uw ladder beschermd
tegen direct zonlicht.
–
De opslag moet in gesloten en
rechtopstaande positie gebeuren.
Ongeval-oorzaken
De hierna vermelde, onvolledige
risico-lijst vermeldt de typische
gevaren en voorbeelden van
veelvoorkomende ongevallen tijdens
het gebruik van ladders.
Neem de genoemde risico’s in acht
tijdens de omgang met de ladder
als basis voor veilig werken, om
ongevallen te voorkomen.
a) Instabiliteit
1) verkeerd plaatsen van de
ladder (bijv. verkeerde
plaatsingshoek bij
aanlegladders of het niet
volledig openen van
sta-ladders);
2) wegglijden van de onderkant
van de ladder naar buiten toe,
bijv. van de wand weg
waartegen de ladder is
geplaatst.
3) het naar de zijkant wegglijden
van de ladder, opzij vallen en
kantelen van de bovenkant
(bijv. door te ver buiten de
ladder te leunen of door
onvoldoende steun aan de
bovenkant);
4) slechte staat van de ladder
(ontbrekende of beschadigde
rubberen voeten op de
stabiliteitsbalk);
5) op hoogte van een niet
vastgezette ladder afstappen;
6) ongeschikte ondergrond op de
standplek van de ladder (bijv.
instabiele, zachte bodem,
afhellende bodem, gladde