•
Druk de geheugenkaart voorzichtig in de sleuf totdat hij vast klikt. Zorg ervoor dat de
geheugenkaart vast zit in de sleuf. Dit is de enige manier om een betrouwbare opslag te
garanderen.
•
Om de geheugenkaart te verwijderen, drukt u kort op de kaart totdat deze wordt ontgrendeld
en iets omhoog wordt geduwd. U kunt de kaart eenvoudig verwijderen.
• Sluit de rubberen afdekking voorzichtig om bescherming tegen vocht en stof te waarborgen.
Als de geheugenkaart niet wordt herkend bij het activeren van geheugen met
de triggerknop (6) voor beeldopslag, controleer dan de geheugencapaciteit, de
juiste plaatsing en de juiste gegevensformattering van de geheugenkaart.
10. Installatie
a) De camera in- en uitschakelen
• Druk op de aan-/uit-knop (3) om de camera in of uit te schakelen.
• Om de camera in te schakelen, drukt u de aan-/uit-knop gedurende twee à drie seconden.
• De camera wordt ingeschakeld en geeft gedurende ongeveer vier seconden het startscherm
weer.
• Het huidig vastgelegde warmtebeeld wordt weergegeven.
• Om de camera uit te schakelen, drukt u de aan-/uit-knop gedurende twee seconden. Het
apparaat wordt uitgeschakeld.
b) Bedieningspaneel
Verschillende knoppen worden gebruikt om het meetinstrument te bedienen en in te stellen. De
knoppen hebben de volgende functies:
Aan-/uit-knop (3)
Om het apparaat in of uit te schakelen, drukt u de knop ongeveer twee seconden lang.
Automatische uitschakeling kan in het menu worden ingesteld. Het apparaat gaat automatisch
uit na de vooraf ingestelde tijd.
OK-knop (7)
De OK-knop opent het instellingenmenu. In het instellingenmenu wordt deze knop gebruikt als
een keuzeknop (enter) wanneer deze kort wordt ingedrukt.
Druk op de return-knop om het instellingenmenu te verlaten.
56