52
• Doe onderdelen zoals de slang, het spuitpistool en de stroomkabel in de op de behuizing aangebrachte mesh
tas (5).
• Als het product wordt bewaard bij temperaturen onder het vriespunt of langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, doe
dan na het leegmaken van het product een onschadelijk antivriesmiddel (bijv. ethyleenglycol) in de watertank en
zorg dat het in het systeem wordt verspreid. Dit is nodig om verkalking en bevriezing tegen te gaan.
• Gebruik eventueel wat siliconenkit om de spuitkop mee in te wrijven, als u deze langere tijd niet gebruikt.
c) Gebruik van antivries
Gebruik geen chemisch sterk reactieve of bijtende antivries, omdat dat de pomp kan beschadigen.
Doe vóór langdurige opslag antivries in de watertank (4) van het wasstation om het tegen vorst te beschermen.
Ga als volgt te werk:
• Doe ca. 2,5 liter geschikte antivries in de watertank.
• Maak het wasstatiion klaar voor gebruik. Sluit daartoe de slang (6), het spuitpistool en de stroomkabel (10) aan.
• Zet het wasstation aan met de aan/uit-knop (1).
• Haal de trekker (9) over en wacht tot er een constante straal antivries uit de spuitkop (11) komt.
• Zet het wasstation uit met de aan/uit-knop (1).
• Verwijder de slang, de kabel en het gebruikte opzetstuk van het apparaat. Doe deze allemaal in de mesh tas (5).
Verwijder, om het wasstation na lang opgeslagen te zijn geweest weer in gebruik te nemen, eerst de antivries uit de
watertank. Ga als volgt te werk:
• Maak het wasstation klaar voor gebruik door het aansluiten van de slang, het spuitpistool en de stroomkabel.
• Zet het wasstation aan met de aan/uit-knop.
• Haal de trekker over en spuit de hele inhoud van de watertank eruit om al de antivries uit het systeem te verwijderen.
13. Verhelpen van storingen
De pomp werkt niet.
Is het wasstation aangezet met de aan/uit-knop (1)?
Controleer de verbinding van alle elektrische aansluitingen, inclusief de
sigarettenaansteker.
Controleer of de accu van de auto voldoende is opgeladen.
Er komt geen waterstraal
uit, hoewel de pomp
loopt.
Controleer of de spuitkop (11) verstopt is.
Controleer of de wateraansluiting (12) of de waterfilter (16) verstopt is.
Controleer of de slang (6) verdraaid of geknikt is, wat de waterdoorvoer blokkeert.