FRANÇAIS
REPLIAGE
AVANT DE REPLIER
•
Respecter scrupuleusement ces instructions.
•
Le repliage doit être fait avec des mains sèches, en environnement sec et sans outil.
•
Poser le gilet de sauvetage gonflable sur une surface plane, dos contre cette dernière
6
.
•
Le gilet doit être entièrement dégonflé, le bouchon du tube de gonflage doit être en position
normale et l’indicateur doit être vert.
1.
Dégager la glissière de la fermeture éclair longue
7
en la tirant jusqu’à son extrémité
gauche. Ramener la glissière à fond vers la droite.
2.
Assembler la fermeture éclair
8
et tirer la glissière en sens inverse à celui des aiguilles
d’une montre autour du gilet tout en repliant le poumon selon les instructions ci-dessous.
3.
Replier vers le bas en forme de ”Z”
9
.
4.
Replier vers le bas en forme de ”Z” et replier vers le bas
10
.
5.
Replier vers le bas en forme de ”Z”
11
.
6.
Replier vers le bas en forme de ”Z”
12
.
7.
Replier vers le bas en forme de ”Z” et replier vers le bas
13
.
8.
S’assurer que le cordon de déclenchement est accessible en le faisant passant dans l’ouverture
de l’arrière de la housse extérieure avant de fermer le gilet
2
.
10.
Fermer entièrement le gilet à l’aide de la glissière. Rabattre la bande Velcro près des deux
dispositifs de déclenchement. Attention à bien plaquer la glissière contre la première butée,
au bout de la fermeture éclair
14
. Placer l’extrémité de la fermeture éclair dans le gilet
15
.
NEDERLANDS
150N OPBLAASBAAR REDDINGSVEST
Dit niveau is bedoeld voor algemeen gebruik of voor gebruik met oliegoed. Het vest draait een bewus
-
teloos persoon in een veilige positie en de gebruiker hoeft verder niets te doen om in deze positie te
blijven.
BELANGRIJKE INFORMATIE!
Reddingsvesten verkleinen slechts de kans op verdrinking. Ze geven geen garantie op overleving.
Het dragen van waterdichte kleding (zeilpak, drijfoverall enz.) kan de werking van het reddingsvest
(het keervermogen) negatief beïnvloeden.
Pas na volledig opblazen werkt dit vest als reddingsvest. Een onopgeblazen reddingsvest biedt
geen bescherming aan de drager. Als het opblazen met gas niet werkt, dient de gebruiker het red-
dingsvest met de mond op te blazen via het opblaaspijpje. Test het reddingsvest voor gebruik in het
water en zorg dat u bekend bent met de functies ervan. Het reddingsvest wordt als jas over andere
kleding heen gedragen. Zet vast met de gesp aan de voorkant en de gesp van de kruisband. Stel de
riem/kruisband zo strak mogelijk af zonder dat u zich oncomfortabel voelt. Het reddingsvest moet
over een veiligheidsharnas worden gedragen. In de beschermhoes zit een fluitje. De noodverlichting
(optie) wordt automatisch bij onderdompeling geactiveerd. De noodverlichting zit aan de linkerkant
op het reddingsvest in de beschermhoes. De sprayhood (optie) zit achter de nek onder de bescher
-
mhoes. Trek de sprayhood over uw hoofd en zet de sprayhood met het elastiek rond de onderkant van
het reddingsvest vast.
Het reddingsvest moet minimaal één keer per jaar door een onderhoudsstation van Baltic worden
geïnspecteerd en onderhouden. Eventueel kunt u een persoonlijke inspectie uitvoeren. Ga naar
www.baltic.se voor de volledige instructies. Bij temperaturen lager dan +5 °C gaat het opblazen
trager. Gebruik het reddingsvest niet als kussen. Bewaar het reddingsvest op een goed geventileerde
en droge plaats. Maak het reddingsvest regelmatig schoon door het met zoet water af te spoelen,
maar let erop dat de automatische klep niet wordt geactiveerd. De geschatte levensduur van het
reddingsvest is 10 jaar.
Maat:
40-140 kg. Buikriem van 70 cm tot 140 cm.
Let op! CO2-patronen zijn gevaarlijk, moeten uit de buurt van kinderen worden gehouden en
mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Let op! In deze handleiding wordt met een
X
naar afbeeldingen verwezen. De instructieaf-
beeldingen vindt u voorin deze handleiding.
TOEPASSINGSGEBIED
Voor inshore en offshore gebruik met oliegoed.
ALGEMENE FUNCTIE
Het reddingsvest heeft een beschermhoes met rits, die bij opblazen automatisch opent. De be
-
schermhoes kan ook worden geopend met de twee snelopeningen - één naast het gasopblaasmecha-
nisme en één naast het mondopblaaspijpje
1
. Zie voor het opvouwen het hoofdstuk “Opvouwen”.
Het reddingsvest heeft een geïntegreerde, opblaasbare long die volledig opgeblazen 226N drijfver
-
mogen levert.
24
25