9
De kookzone wordt
niet warm
De diameter van de
pan is kleiner dan
12 cm
Gebruik een ge-
schikte pan
Defecte generator
Vervang de genera-
tor
Als de rode en groene controlelampjes uit zijn:
•
Controleer de smeltkleppen.
•
Hoofdschakelaar van de elektrische voeding niet ingescha-
keld.
•
Voedingsspanning onvoldoende, of onjuiste elektrische aan-
sluiting van het apparaat.
Als de rode en groene controlelampjes werken:
•
Het aantal malen dat het groene lampje knippert controle-
ren en tellen. Na een lang knippersignaal volgt een bepaald
aantal korte knippersignalen. Dit aantal is de code van de
foutmelding, volgens onderstaande tabel:
FOUT BERICHT
OORZAAK
CORRIGEREN-
DE ACTIE
1
Hoge stro-
omwaarde
Ongeschikte pan,
verkeerde of de-
fecte inductor
Gebruik geschik-
te pannen, contro-
leer de inductor
2
Geen stroom op
de inductor
Defecte aanslui-
ting van de induc-
tor
Sluit de inductor
correct aan
3
Hoge temperatuur
generator
Verstopte luchtlei-
dingen, geblokke-
erde ventilator,
verstopt
filter,
defecte tempera-
tuursensor
Controleer/bevrijd
de leidingen, rei-
nig de ventilato-
ren en controleer
er de rotatie van,
reinig het filter
4
De temperatuur
van de kookzone
is te hoog of te
laag
Lege pan, defecte
temperatuursen-
sor
Verwijder de pan,
schakel de zone
uit en laat hem
afkoelen voordat
u hem weer in-
schakelt
5
Defecte bedie-
ningsunit
Defecte aanslui-
ting of de onder-
delen van de knop
zijn defect
Controleer de
aansluiting. Con-
troleer/vervang
het onderdeel
6
Te hoge binnen-
temperatuur
Verstopte luchtlei-
dingen, geblokke-
erde ventilator,
verstopt
filter,
defecte tempe-
r a t u u r s e n s o r,
nabijheid van
externe warmte-
bronnen
Controleer/be-
vrijd de leidingen,
reinig de ventila-
toren en contro-
leer er de rotatie
van, reinig het
filter, verwijder de
externe warmte-
bron
7
Storing van de
temperatuursen-
sor van de ko-
okzone
Kortsluiting op de
sensor
Controleer/ver-
vang het onder-
deel
8
Storing van de vo-
eding
Storing van de vo-
eding of netsyn-
chronisatie
Controleer de vo-
eding
10
Communicatiefout Storing op de LIN
of CAN-Bus, geen
aansluiting tussen
toetsenbord en
generator
Sluit het elektrici-
teitsnet af en con-
troleer de aanslui-
tingen
11
Initialisatiefout
Fout tijdens de
initialisatie van de
hardware
Wacht even, het
apparaat wordt
binnen 30 secon-
den gereset
Verkeerde aan-
sluiting van de be-
dieningsunit
Sluit de bedie-
ningsunit op de
juiste aansluiting
aan
12
Storing van de vo-
edingsspanning
Storing tijdens het
meten van de vo-
edingsspanning
Controleer de
aansluiting op het
elektriciteitsnet
13
Aansluitingsfout
op het elektrici-
teitsnet
Te hoog of te laag
voltage
Controleer de
aansluiting op het
elektriciteitsnet
14
Netwerkadapter-
fout
Te hoog of te laag
voltage
Controleer de
aansluiting op het
elektriciteitsnet
15
Beveiliging elektri-
sche circuits
Lege pan, defecte
sensor
Verwijder de pan,
schakel de zone
uit en laat hem
afkoelen voordat
u hem weer in-
schakelt. Koppel
de generator los
en sluit hem na
een paar minuten
weer aan.
16 VERVANGING VAN ONDERDELEN
AANWIJZINGEN VOOR DE VERVANGING VAN ONDER-
DELEN.
•
Schakel de elektrische voeding van het apparaat uit (indien
aanwezig), alvorens enige handeling te verrichten.
•
Controleer na de vervanging van een onderdeel van het
elektrische circuit of de verbinding met de bedrading in orde
is.
Vervanging inductie-element van de kookplaat
•
Demonteer het bedieningspaneel en de voorkant.
•
Verwijder het onderdeel en koppel hem los.
•
Vervang het defecte onderdeel.
Vervanging inductie-element van de wok
•
Demonteer het bedieningspaneel en de voorkant.
•
Maak de inductor los op het klemmenbord op de generator.
•
Verwijder de inductor door hem naar beneden weg te halen.
•
Vervang het defecte onderdeel.
Vervanging temperatuurregelaar
•
Demonteer het bedieningspaneel.
•
Vervang het defecte onderdeel.
Vervanging generator
•
Demonteer het bedieningspaneel en de voorkant.
•
Haal de generator weg en koppel hem af.
•
Vervang het defecte onderdeel.
Vervanging glaskeramiekplaat
•
Als de glaskeramiekplaat kapot is, wordt geadviseerd hem bij
ons bedrijf te laten vervangen.
17 REINIGING VAN DE INWENDIGE DELEN
•
Controleer de conditie van de inwendige delen van het ap-
paraat.
•
Verwijder eventuele vuilafzettingen.
•
Controleer het dampafvoersysteem en maak het schoon.