Het indicatielampje alarm blijft
knipperen totdat de normale
omstandigheden zijn hersteld.
4.6
FROSTMATIC-functie
De FROSTMATIC-functie versnelt het
invriezen van vers voedsel en beschermt
voedsel dat reeds is geconserveerd
tegen ongewenste opwarming.
1.
Druk op de toets Mode tot het
bijbehorende pictogram verschijnt.
Het FROSTMATIC-lampje knippert.
2.
Druk op de toets OK om te
bevestigen.
Het FROSTMATIC-lampje wordt
getoond.
De FROSTMATIC-functie
wordt automatisch na
ongeveer 52 uur
uitgeschakeld. Om de functie
uit te schakelen voor de
automatische uitschakeleing,
herhaalt u de procedure
totdat het bijbehorende
pictogram FROSTMATIC is
uitgeschakeld.
4.7
Alarm bij open deur
Als de deur enkele minuten heeft
opengestaan, klinkt er een geluidsalarm.
Het alarm voor een geopende deur
bestaat uit:
• een knipperend alarmindicatielampje:
• een zoemer.
Als de normale omstandigheden zijn
hersteld (deur gesloten), wordt het
geluidsalarm uitgeschakeld. De zoemer
kan worden uitgeschakeld door op een
knop te drukken.
4.8
MinuteMinder-functie
De MinuteMinder-functie moet worden
gebruikt om een geluidsalarm op de
gewenste tijd in te stellen. Dit is
bijvoorbeeld handig als in een recept
staat dat een product een bepaalde tijd
moet afkoelen.
1.
Druk op Mode tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het MinuteMinder-lampje knippert.
De timer toont gedurende enkele
seconden de ingestelde waarde (30
minuten).
2.
Druk op de timertoets om de waarde
van de timer te wijzigen van 1 tot 90
minuten.
3.
Druk op OK om te bevestigen.
Het MinuteMinder-lampje wordt
getoond.
De timer begint te knipperen (min).
Het is mogelijk om te allen tijde tijdens
het aftellen en voor het einde van de
ingestelde tijd, de tijd te veranderen
door op de toets voor het lager zetten
van de temperatuur en op de toets voor
het hoger zetten van de temperatuur te
drukken.
Op het einde van de aftelling knippert
het MinuteMinder-lampje en klinkt een
alarm: Druk op de OK-toets om het
geluid uit te schakelen en de functie te
beëindigen.
Om de functie tijdens het aftellen op elk
gewnest moment uit te schakelen,
herhaalt u de functiestappen tot het
indicatielampje uit gaat.
4.9
ChildLock-functie
Activeer de functie ChildLock om de
bediening van de knoppen te
vergrendelen tegen onbedoelde
bediening.
1.
Druk op Mode tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het ChildLock-lampje knippert.
2.
Druk op OK om te bevestigen.
Het ChildLock-lampje wordt getoond.
Om de functie ChildLock uit te
schakelen, herhaalt u de procedure
totdat het bijbehorende pictogram
ChildLock uit gaat.
5.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.aeg.com
8