
19
DDNS
De DDNS-functie wordt gebruikt om hostnamen of DNS-gegevens bij te werken.
Als u ABUS-servers wilt gebruiken voor toegang op afstand, gaat u als volgt te werk:
1) Om de ABUS DDNS functie te kunnen gebruiken, moet u eerst een gratis
website.
2) Voordat u de DDNS-functie van de ABUS-server activeert, dient u uw ABUS-
apparaten correct in de ABUS-server in te stellen met het bijbehorende MAC-
adres.
3) Activeer de DDNS-functie
4) Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van uw ABUS server account in.
5) Klik op "Opslaan".
De NVR maakt nu verbinding met de ABUS-serveraccount. Dit proces kan tot 2
minuten duren. In de ABUS-server worden de poorten nu automatisch doorgegeven
en met regelmatige tussenpozen bijgewerkt.
IPv4
subnetmasker
Hier voert u het subnetmasker van het netwerkapparaat in
het netwerk in voor handmatige toewijzing.
IPv4 Standaard
Gateway
Hier voert u het IP-adres in van de gateway in het netwerk
voor handmatige toewijzing, normaliter het IP-adres van de
router.
MAC-adres
Hardwareadres van de ingebouwde netwerkkaart
MTU (bytes)
Beschrijft de maximale pakketgrootte van een protocol.
Voorkeur DNS-
server
IP-adres van de domeinnaamserver, normaliter het IP-adres
van de router.
Alternatieve DNS-
server
Alternatief IP-adres van de DNS-server
Automatisch DNS-
serveradres
verkrijgen
Verkrijgt automatisch het juiste DNS server adres van de
DHCP server.
Activeer
Hier activeert u de DDNS synchronisatie
DDNS-type
Selecteer hier de DDNS-serviceprovider
Serveradres
Voer hier het IP-adres of de hostnaam van de DDNS-provider
in.
Domeinnaam
apparaat
Voer hier zo nodig het subdomein van de eenheid in.
Status
Weergave van de DDNS-status
Gebruikersnaam
Voer hier de gebruikersnaam van uw DDNS account in.
Wachtwoord
Hier voert u het wachtwoord in voor uw DDNS account