176
Nederlands
2. Installatie
Controleer of alle hierboven genoemde accessoires aanwezig zijn. Voor gebruik van deze netwerkcamera is
een Ethernet netwerkkabel benodigd. Deze kabel moet voldoen aan de UTP specificatie categorie 5 (CAT5)
en mag niet langer zijn dan 100 meter.
2.1 Voeding
Controleer voordat u met de installatie begint of de netspanning en de nominale spanning van de
netwerkcamera overeenkomen.
2.2 Bevestigen van het objectief
Op deze camera kunnen uitsluitend objectieven met een CS objectiefvatting worden gebruikt.
Bij Auto-Iris (AI) objectieven kan gebruik worden gemaakt van de aansluiting aan de linkerzijde van de
camera. Er kan ook gebruik worden gemaakt van een objectief met handmatige diafragma-instelling. De
camera zal het type objectief automatisch herkennen. Voor de beste beeldkwaliteit wordt geadviseerd om
gebruik te maken van een AI objectief.
Bij de leveringsomvang van deze netwerkcamera is geen objectief inbegrepen. Zorg er voor
dat u bij deze camera gebruik maakt van een passend Megapixel objectief.
2.3 Bevestigen van de camera
Om de camera aan een wand te bevestigen, moet er aan de onderkant van de camera een beugel worden
aangebracht. Om de camera aan een plafond te bevestigen moet de schroefdraad voor de bevestiging eerst
met de meegeleverde schroeven aan de bovenkant van de camera worden bevestigd. Vervolgens kan de
beugel aan de camera worden bevestigd.
LET OP!
Zorg er voor dat de voedingsspanning van de netwerkcamera tijdens de installatie is
losgekoppeld.
LET OP!
Richt de camera nooit met geopende iris op de zon. Hierdoor kan de beeldsensor onherstelbaar
worden beschadigd.