12
WAARSCHUWING:
• HET SYSTEEM VERWIJDERT NIET ALLE MOGELIJK IN UW DRINKWATER AANWEZIGE STOFFEN.
Het systeem zorgt voor vermindering van de in het blad met prestatiegegevens vermelde stoffen.
• CONTROLEER OF DIT SYSTEEM
aan uw behoeften op het gebied van waterbehandeling voldoet
door voordat u het systeem monteert de kwaliteit van de bron van uw binnenkomende water te
verifiëren deze met de in het blad met prestatiegegevens vermelde capaciteiten bij het systeem te
vergelijken. Controleer de kwaliteit van de waterbron door contact op te nemen met uw plaatselijke
waterkwaliteitsbeheerder en/of het water door een gekwalificeerd laboratorium te laten testen.
Zorg ervoor dat u de waterkwaliteit regelmatig laat controleren, aangezien deze aan verandering
onderhevig is. Controleer de kwaliteit van het uitgaande gefilterde water regelmatig om zeker te zijn
dat het systeem juist gemonteerd is en aan uw behoeften op het gebied van waterbehandeling voldoet.
Daadwerkelijke prestaties kunnen afhankelijk van uw plaatselijke water- en sanitaire voorzieningen en
waterconsumptiepatronen verschillen.
• Er dient extra zorg te worden betracht als het binnenkomende water ongewoon hoge
verontreinigingsniveaus bevat. De NSF/ANSI 53-certificering heeft geen betrekking op
systeemprestaties indien de verontreinigingsniveaus van het binnenkomende water de door de NSF/
ANSI gespecificeerde niveaus, zoals vermeld op het blad met prestatiegegevens, overschrijden.
Vertrouw niet uitsluitend op het systeem indien dergelijke omstandigheden van bovenmatige
verontreiniging optreden. Neem contact op met uw nationale/plaatselijke waterkwaliteitsbeheerder om
de te treffen maatregelen vast te stellen.
• Het product
NIET
gebruiken als het gevallen of beschadigd is, of ertegenaan gestoten is.
• Spoel elke nieuwe filtercartridge voorafgaand aan gebruik met water in overeenstemming met de
instructies die op het blad met prestatiegegevens vermeld zijn. Daarnaast dient u de cartridge te
spoelen als het systeem meer dan 72 uur niet is gebruikt.
• VERVANG DE FILTERCARTRIDGE
elke 6 of 12 maanden volgens de gespecificeerde capaciteit of eerder
als de stroming merkbaar afneemt. Het niet vervangen van de filtercartridge in overeenstemming met
deze instructies kan ervoor zorgen dat het filter de verontreinigingen niet vermindert zoals beoogd, EN/
OF kan materiële schade door waterlekkage of overstroming tot gevolg hebben.
Op de volgende wijze kunt u het risico op verstikking beperken:
• HOUD KINDEREN
jonger dan 3 jaar uit de buurt van kleine onderdelen.
KENNISGEVING:
Lees de volledige producthandleiding. Het niet volgen van alle productinstructies kan materiële schade
door waterlekkage of overstroming tot gevolg hebben. Neem contact op met een bevoegde loodgieter
als u de volgende instructies niet volledig begrijpt:
• De montage en het gebruik van het systeem MOETEN in overeenstemming zijn met alle nationale en
plaatselijke sanitaire voorschriften en regelgeving.
• Waterdruk: Als de waterdruk hoger dan 80 psi is, moet u een drukbegrenzende klep monteren voordat
u het systeem monteert.
• Waterslagdemper: als waterslagverschijnselen optreden, dient u een waterslagdemper te monteren.
• Terugstroompreventie: Als op het watersysteem een terugstroombeveiliging wordt gemonteerd, dient
u vanwege thermische uitzetting een drukbegrenzer te monteren.
• Aanjaagpomp: als een aanjaagpomp op het watersysteem wordt gemonteerd, moet u (a) de aan de
pomp bevestigde drukregelaar regelmatig onderhouden en inspecteren in overeenstemming met de bij
de aanjaagpomp meegeleverde instructies van de fabrikant, en (b) een geschikte drukverlagende klep
monteren en deze regelmatig onderhouden en inspecteren.
• Zorg ervoor dat, als u het systeem monteert, u een locatie kiest waar (a) het filter niet door andere
voorwerpen kan worden geraakt, (b) zich geen apparatuur, elektrische bedrading of leidingen in het
pad van de boorapparatuur- of hulpmiddelen bevinden, en (c) de bevestigingen het gewicht van het
systeem kan dragen als het vol met water zit.
• Uitsluitend op de koudwatertoevoerleiding installeren.
NIET
monteren op een plek met een
omgevingstemperatuur boven 37,8 °C (100 °F).
NIET
monteren in direct zonlicht of buiten.
• Beschermen tegen bevriezing. Verwijder de filtercartridge indien de temperatuur onder 4,4 °C (40 °F) daalt.
• NIET
monteren op stijve leidingen (zoals koperen, aluminium, roestvrij stalen, verchroomde of
geanodiseerde leidingen).
Summary of Contents for ESP
Page 16: ...16 6 12 3 7 62 cm...
Page 43: ...43...